Een vrijdag vol met jong talent en oudgedienden

Het geluid van Michael Jackson dat over de festivalweide scandeerde, stond in schril contrast met wat er in de Metal Dome te zien viel. Het Belgische King Hiss opende daar namelijk plechtig de eerste festivaldag en dat gebeurde met een bom. Hun stoner metal kwam perfect tot zijn recht, mede door het uitstekende geluid maar ook door de nodige portie testosteron die van de vier bandleden afdroop. King Hiss is een relatief jonge band maar de professionaliteit was nu reeds duidelijk.

Op de Mainstage mocht The Dead Daisies de eerste echte Graspopdag openen. De band, met klasbakken die hun sporen verdienden bij onder meer Guns n' Roses en The Rolling Stones, startten even met een valse noot toen op het andere hoofdpodium AC/DC's 'Rock and roll damnation' nog iets te lang bleef duren. Maar daarna konden de vroege vogels genieten van kraker 'Mexico'. "Let's get this party started", riep frontman John Corabi, die naarmate het optreden vorderde steeds meer mensen zag opdagen. En de band oogstte meer dan wat beleefdheidsapplaus. Voor eigen werk, zoals het van een zalige Slash-solo voorziene 'Lock 'n' Load', maar ook voor covers zoals 'Evil is going on' van Howlin' Wolf, 'Hush' van Joe South - met het talrijk meegezongen "naaa nana naah..." - en 'Helter Skelter'. "Deze heb je al wel eens een keer of twee gehoord"' luidde bij de klassieker van The Beatles. Bassist Marco Mendoza, die maar plectrums in het publiek bleef mikken, riep de fans nog op allemaal af te zakken naar de handtekeningensessie. Daar gaf de band nog een ESP-gitaar weg.

Het Duitse black metal gezelschap Der Weg Einer Freiheit had de zware taak om in de Marquee de spits af te bijten voor een handvol volk. Ze zetten al bij al ingetogen in zodat de diesel van het publiek langzaam warm kon draaien en dat zou al snel nodig blijken, want voor we het wisten bouwden ze op naar een vinnige crescendo. De lange dynamische songs brachten overgangen tussen melancholische, semiakoestische stukken en opgejaagde, superstrakke pure black metal. Die schuimbekkende blastpartijen waren voldoende om iedereen uit zijn ochtenddip te halen, want tegen de tijd dat hun set halfweg was, was het adrenalinepeil in de zaal verdubbeld en ging iedereen helemaal mee met de band. Niet voor niets tipte zelfs Mille Petrozza van Kreator deze jonge wolven als één van de toekomstige vaandeldragers van de Duitse extreme metal, een statement dat niks overdreven bleek na wat we hier over ons heen kregen…

Het is toch ontzettend aangenaam om op een frisse festivalweide te arriveren waar het gras je uitnodigend toelacht en een beetje als de zee een soort van lokroep uitzendt van ‘kom, kom, laat je gaan, vergeet je zorgen’. Elk jaar weer ervaren jong en oud het gevoel wanneer ze voet zetten op de Desselse weide. De papieren en digitale programma’s zijn ingevuld en aangestipt. De grote acts wil iedereen zien en daarnaast hoopt men ook dat de subtoppers sterk uit de hoek zullen komen. Op de Graspop Metal Meeting mag je er donder op zeggen dat er ook dingen te ontdekken zijn. Zo gebeurt het dat acts in een specifiek genre al wel naam en faam genieten maar vandaag zijn er veel meer mensen dan dat die groepen ooit in een club kunnen trekken. H.E.A.T uit Zweden is daar een heel mooi voorbeeld van. Voor AOR-fans zijn de Zweden, met een voormalig ‘Idool’ winnaar in de rangen als frontman, al lang een begrip. Dat die adoratie terecht is mochten de vroege vogels, die talrijk op post waren, ervaren. Dit zijn klasbakken en niets of niemand gaat hen tegenhouden. Zelfs niet het meest on-rock-n’-roll-uur als dit of een heel verlegen plensbuitje dat het vermelden bijna niet waard is. Zo hoort het. Vol overgave je smijten. Dat is de manier om fans te winnen, cd’s te verkopen, the talk of the town te worden en jaren later terug te komen om te zeggen, ‘hier hebben we het zaadje van ons grote succes gepland’. Een beter startschot kon Mainstage 1 zich niet wensen.

De Metaldome was aardig volgelopen voor het Zweedse doomgezelschap Avatarium. Deze band werd opgericht door Candlemass-bassist Leif Edling en dat kon je wel horen aan hun potige, stampende riffs. Toch werd de aandacht vooral getrokken door de markante stem van frontvrouw Jennie-Ann Smith. Deze knappe Zweedse had namelijk een stem als een klok, gevoelig en toch krachtig, waarmee ze de stoerste vent liet wegsmelten. In het amper tweejarige bestaan van Avatarium zijn de bandleden duidelijk naar elkaar toe gegroeid en dat viel meteen op bij al wie hen al eerder zag. Ook Jennie-Ann raakte tussen de songs door heel wat beter uit haar woorden en bleek stilaan haar aangeboren verlegenheid ontgroeid te zijn, wat de performance sterk ten goede kwam. Voor ons mogen ze de komende jaren gerust terugkomen en dan liefst wat hoger op de bill!

Bij Butcher Babies was het direct vollen bak en tussen het headbangen door viel hier en daar een flits felrood, blauw en groen te bespeuren, respectievelijk de haarkleuren van de twee frontvrouwen en de kleur van de gitaar. De mannelijke fans die hoopten op de creatieve tapetaferelen van de begindagen van de band die op het internet circuleren, kwamen misschien van een koude kermis thuis. Maar desondanks werd het oog ook meer dan voldoende tevredengesteld. Het publiek werd getrakteerd op een wilde mix van oud en nieuw werk die zeker in de smaak viel. Heidi Shepherd en Carla Harvey wisten het publiek goed te betoveren en zochten regelmatig contact met de fans in de middengang. Absoluut een meer dan geslaagde eerste passage op Graspop Metal Meeting!

In Hearts Wake was de openingsband op het Jupilerpodium. Hun Australische metalcore klonk goed, maar niet vernieuwend. Het duurde dan ook een vijftal nummers voor de moshpit geopend werd en na een tijdje begon het toch vrij saai te worden.

Voor bruut beukwerk moet je in de Marquee zijn bij Aborted, dat werk van de nieuwe cd 'The Necrotic Manifesto' afwisselt met oude uppercuts als 'The Holocaust Incarnate'. De death/grindgroep speelt bijzonder energiek, met als uitschieter de fanatiek headbangende en molenwiekende bassist. De drummer, die razendsnelle dubbelebaspartijen uit zijn voeten schudt, lijkt opmerkelijk genoeg dan weer gewoon zen te blijven tussen al dat geweld. Zanger Sven De Caluwé laat nog maar eens horen dat een van de bruutste deathmetalstemmen gewoon Belgisch is, maar toont zich ook een beetje de Regi van de deathmetal met zijn niet aflatende honger naar handjes. Speciale gast ook wel, want hij deelt mee dat een van zijn favoriete dingen "taking a big shit" is. Ieder zijn hobby, maar het is uiteindelijk gewoon de aankondiging van 'Fecal Forgery'. Het valt verder op dat het publiek kan genieten van een uitstekende mix, zodat de retestrakke muziek van Aborted niet verzandt in een brij. Bij 'Sanguine Verses' sommeert De Caluwé nog een flinke wall of death, om even later af te sluiten met het moordende 'The Saw and the Carnage Done'.

Bluesrock en België zijn nooit een echt gelukkig huwelijk geweest. Waarom, daar hebben we het raden naar. Wat we ondertussen wél weten, is dat het beslist niet aan Thunder ligt. Met opener ‘Dirty Love’ zat het muzikaal meteen snor, maar veel handjes kregen de oudgedienden niet op elkaar. Dat veranderde echter naarmate de set vorderde en de band haast moeiteloos pareltjes als ‘Backstreet Symphony’ en ‘Thing I Want’ op de weide losliet. Een stel oudgedienden en veel grijze haren op het podium, maar aan enthousiasme ontbrak het geen seconde. Thunder sloot een gedreven set af met ‘I Love You More Than Rock 'N' Roll’, een orgelpunt dat vooral bij het iets oudere publiek duidelijk in de smaak viel.

Blues Pills is nog piepjong, maar al lang niet meer onbekend. De Metaldome staat gewoon afgeladen vol bij de start van dit Zweeds-Amerikaanse kwartet vol oude zielen. Bluesy, soulvolle rock: de metalheads smullen van nummers die je doen denken aan een bruine kroeg en waarvan je voet automatisch begint te wiebelen. De wahwahsolo's vliegen in het rond, en zangeres Elin Larsson roept op te dansen. En wat een stem heeft ze! Je kan haar niet betrappen op een valse noot, ze leeft zich fenomeneel in de nummers in, en ook hoe ze haar woorden aansnijdt, getuigt van grote klasse. Ze doet het publiek al snel meeklappen, en krijgt de tent bijna stil wanneer ze a capella het laatste nummer 'Devil Man' inzet. Dit smaakt naar meer. Veel meer!

Sigh had de eer om als tweede Japanse band ooit op GMM te spelen, maar dat was niet de enige reden waarom ze als een ‘exotisch verschijnsel’ geboekt stonden. Zelfs in de black metal-wereld, waar eigenzinnigheid troef is, vort dit combo een universum op zich. De onnavolgbare mix van black en thrash metal met avantgarde, jazz en klassiek was zondermeer uniek te noemen. Het vocale wisselspel tussen frontman Mirai en zijn tegenhangster Dr. Mikannibal (die zo’n niemendalletje droeg dat zelfs haar saxofoon meer bedekte) gaf vuurwerk, soms ook letterlijk: en schedel waaruit vlammen sloegen, een bijbel die in brand werd gestoken, een brandende kelk waaruit Dr. Mikannibal zich overgoot met bloed,… Ze vormden dan misschien wel een vreemde eend in de bijt, maar misschien daarom dat de opkomst zo groot was: mensen willen wel eens ‘wat anders’ zien en waren dus bij Sigh aan het juiste adres. Sterke muzikanten gecombineerd met één van de meest extravagante shows ooit op het Marquee-podium, het maakte er een niet te missen gebeurtenis van.

Asking Alexandria is een band die duidelijk niet voor één gat te vangen is. En dat heeft het jonge gezelschap vooral te danken aan vocalist Denis Stoff. Screamen, grunten, grommen en schreeuwen en dan plotsklaps overschakelen op cleane zang, … de kersverse frontman rijgt het allemaal moeiteloos aan elkaar. Amper twee songs ver in de tekst was de eerste circle pit al een feit. Andere hoogtepunten waren ‘The Death Of Me’ en (vooral) ‘If You Can't Ride Two Horses at Once... You Should Get Out of the Circus’. Iedereen bestempelt hun muziek als metalcore, maar op Graspop bewees de band uit York dat ze zowat het hele hardmetalen spectrum probleemloos de baas te kunnen.

Wat hebben Channel Zero en Snot met elkaar gemeen? Juist ja: Mikey Doling. De charismatische gitarist van de Belgische superband vervult namelijk dezelfde rol in het Amerikaanse Snot. Laatstgenoemde band werd last-minute aan de affiche toegevoegd door het wegvallen van King 810 en dat leek geen verkeerde keuze te zijn. De band gaf goed gas en zeker de drummer viel op door zijn onmogelijk volgbare armbewegingen. Deze energie werd gereflecteerd op het publiek want daar was een kolkend gat waar te nemen waar zelfs Bruce Lee zich niet aan zou wagen.

De Aussies van Ne Obliviscaris waren nog zo’n zeldzame dwaalgasten. Zes muzikanten van wereldniveau (wiens stukken trouwens worden gebruikt als lesmateriaal aan de Sydney Conservatorium of Music!) vervlochten vakkundig death, doom en black metal met progressieve en klassieke elementen tot wervelende, intrigerende en complexe songs voor de meerwaardezoeker. Naast brulboei Xen hadden ze in violist en cleane zanger Tim Charles een man die niet enkel voor mooi vocaal tegenwerk zorgde, maar ook als een heuse crowdentertainer de boel in hens zette. Zijn enthousiasme straalde meteen uit naar het publiek, dat integraal uit de bol ging en daarmee de band nog meer oppepte. Wat een sfeer! Voor Ne Obliviscaris was dit hun eerste bezoek aan Europa, maar ze zullen het wellicht nog minder snel vergeten dan wijzelf.

Maar liefst de zevende keer was het dat Epica op Graspop Metal Meeting mocht spelen en dat is niet meer dan terecht. Want onze graag geziene noorderburen zetten de Main Stage in vuur en vlam! Hoewel de weide constant aan het flirten was met de regenwolken, mocht dit de pret niet drukken. De symfonische Metal van Epica ging er in als zoete koek. De roodharige nachtegaal Simone Simons, die vandaag heel goed bij stem was, wist het publiek perfect naar haar hand te zetten en de rijkgevulde weide was dan ook geen toeval!

Twee jaar geleden ontstond God Seed toen Gaahl en King Ov Hell zich afscheurden van Gorgoroth, één van de meest klinkende en beruchte namen in het black metal wereldje. De twee zochten een sterke bezetting bijeen en sloegen keihard terug met ‘I Begin’, en plaat die hen meteen mee aan de top zette. Kort daarna volgde hun eerste show op GMM, waar ze één van de verrassingen van het weekend waren. Vandaag hadden ze weer een verrassing in petto, zij het een minder aangename: uit een babbel met frontman Gaahl bleek namelijk dat dit hun op twee na laatste shows zou worden en dat daarna het doek zou vallen wegens teveel botsende persoonlijkheden. Gelukkig was daar op het podium niets van te merken. Hun beenharde black metal beukte dwars door je heen, begeleid door de machtige strot van Gaahl, een man met zo’n ijskoude uitstraling dat ze in zijn hotel vreesden dat hij het zwembad zou doen bevriezen. Met hoogtepunten als ‘Alt Liv’ en ‘This From the Past’ sloegen ze roestige spijkers met koppen en het was dan ook met enig wrang besef van vergankelijkheid dat we moesten vaststellen dat dit dan wel weerom top was, maar dat we de band al heel binnenkort zullen moeten missen. Gaahl liet overigens nog wel los dat hij al met een nieuw project bezig is en een hoop ideeën in zijn hoofd heeft zitten, maar concreter dan dat wilde hij niet worden.

De Antwerpse metalcore band Set Things Right mocht last-minute invallen voor Northlane en deed dat met verve. De sfeer zat er duidelijk goed in aan de Jupiler Stage, de talloze mosh pits waren daar het ultieme bewijs van. Met zo’n energieke set als degene die Set Things Right ons gaf, is dat natuurlijk niet vreemd.

Het festival komt nu op kruissnelheid. De biertenten spuwen in sneltempo hectoliters gerstenat uit, de al dan niet gepimpte hamburgers gaan vlot van de hand en prille festivalliefdes ontluiken. Dat laatste is iets wat we oppikten van een media sponsor eerder deze week. Er heerst eigenlijk een moderne versie van love and piece over de festivalgrond en daarbij past Life Of Agony natuurlijk perfect. Sinds de band vorig jaar opnieuw naar buiten kwam met frontvrouw Mina Caputo achter de microfoon klinkt de groep als herboren. Voorzichtig heeft men alles weer opgebouwd en onderling kan de sfeer niet meer stuk. Dat zie je ook onmiddellijk. Mina straalt, daar kan het zonnetje een voorbeeld aan nemen. Lang leve die vrouwelijke hormonen want de hoge noten klinken opnieuw zoals het hoort en de testosteron bommen rond haar komen nu nog meer uit de verf. Uiteraard zijn grapjes onvermijdelijk. Zo kan en mag je al eens nadenken of ‘River Runs Red’ nu eerder een smeekbede is naar echt vrouw worden en zal ‘Bad Seed’ allicht niet worden doorgeslikt. Een ding is zeker: dit is een feest van herkenning. ‘Underground’ is dit allang niet meer en de ‘Weeds’ zijn volwassen planten geworden. Iets om trots op te zijn.

De Noorse black metal act Sarke is opgebouwd rond leden van onder andere Khold, Tulus, Borknagar en Darkthrone, dus kan je je de opwinding voorstellen die bij fans van het genre opwelde. Groot was dan ook de teleurstelling toen gemeld werd dat frontman Nocturno Culto, een legendarische man in de scene, afwezig zou zijn wegens serieus ziek. Een lastige brug om over te steken, maar Sarke bleek gelukkig een geschikte vervanger te hebben gevonden in Christian Broholt (Infant Death).Christian Broholt van Infant Death. Okee, het mannetje straalde iets ongelofelijk primitiefs uit en leek bij momenten op het psychotische af, maar het paste toch in Sarke’s kraam. Dit is een band zonder franjes, ook op het podium, waardoor hun primaire black er toch vooral bij de die-hards in ging als koek, maar de eerder nieuwsgierige kijkers al snel afstompte.

Cannibal Corpse leek even op weg om de prijs van 'minste contact met het publiek' te winnen. De snarenplukkers hadden als vanouds vooral oog voor voor hun instrument (en de grond), terwijl brulbeer George Fisher zich geregeld verschool achter zijn haar. Maar wie heeft bindteksten nodig met nummers als 'Stripped, Raped and Strangled', een echte deathmetalevergreen waarvan de zin "She was so beautiful I had to kill her" door heel de Marquee werd meegebruld. Nog uit 'The Bleeding' kwam 'Hammer Smashed Face', terwijl ook de jongste cd 'A Skeletal Domain' aan bod kwam met nummers als 'Kill of Become', 'Sadistic Embodiment' en 'Icepick Lobotomy'. Intussen viel niet alleen het zuivere geluid - een must bij Cannibal Corpse - maar ook het uitstekende camerawerk op, dat gitaristen en bassisten in het publiek een duidelijke blik bood op het agressieve gitaarspel van de groep. En wie daar geen boodschap aan had, kon zich uitleven in een van de vele pits. Toen Fisher dan toch wat spraakzamer werd, kondigde hij 'I cum blood' (alweer uit 1992) aan als "a love song about shooting blood from your cock", waarna hij het publiek vroeg om te proberen hem bij te houden met headbangen. "You will fail", verduidelijke Meneer Stierennek, om even later triomfantelijk "I win" te zeggen. Hij droeg het publiek nog op om deathmetal levend te houden, en sloot de set af met 'Devoured by Vermin' uit 'Vile'.

Zeg nooit, nooit dus en dat is even zeer van plan voor de mannen die vlak daarna Mainstage 1 in vuur en vlam zetten. Dik 20 jaar geleden liep het scheef tussen de broers Cavalera. Vandaag staan ze met verenigde krachten onder hun eigen naam te bewijzen dat zij, en alleen zij, de naam Sepultura waardig zijn (en ook Nailbomb) maar het eigenlijk ook niet meer dan een titel is. De vlag speelt geen rol, het zijn de songs en de intensiteit van de uitvoeringen die tellen. En dit kan tellen. Geen slappe hap maar beenharde metal. Met een orkaankracht, waarvoor het KMI allicht de term Windkracht 13 zou kunnen uitvinden, blazen ze alles en iedereen omver. Niet alleen met classics uit een vorig leven, ook eigen werk daalt verschroeiend neer. ‘Pandamonium’ betekent gekkenhuis. Max is gek, gek van Metal en Iggor staat strakker dan ooit. ‘Under a Pale Grey sky we shall arise’, zelfs anno 2015 geloven we dat.

Bij Donar, er kan een hoop veranderen in drie jaar tijd. Sinds de laatste passage van Heidevolk op Graspop Metal Meeting 2012 heeft het Gelderlandse Pagan Metalgezelschap al twee nieuwe platen uit, om nog maar te zwijgen over de heuse personeelswisseling. Zo mocht Heidevolk de Jupiler Stage veroveren met twee nieuwe zangers! Dit bleek uiteindelijk geen enkel probleem zijn, want het kot was haast te klein! Springen bij Ostara, meebrullen bij Saksenland en zelf een minilive-opname van Doran voor Facebook… een waar feestje Heidevolk-style!

Body Count’s In the House’. En dat hebben we geweten! In 20 jaar Graspop zelden een ziedender concert meegemaakt. Nors, boos, scheldend, … om dan weer zichzelf te bombarderen tot oom van een kind in het publiek, … Ice –T deed het allemaal. Met een enthousiaste en strak spelende band als back-up stompte de Amerikaanse metalrapper iedereen ‘in the face’. Met succes, want songs als ‘Manslaughter’ en ‘Voodoo’ werden luidkeels meegebruld. Ice-T stelde ook zijn zoon Little Ice voor. Omdat België nu eenmaal zo’n mooi land is, gooiden vader en zoon er samen ‘Masters Of Revenge’ tegenaan. Body Count sloot af met - hoe kan het anders – ‘Cop Killer’. Fuck the police … u hebt geen idee hoeveel metalheads hiermeen akkord gingen …

Wie even geen zin had in Body Count, kon terecht in de Marquee voor een stevig potje onvervalste Black Metal. De ‘Panzer Division’ weet perfect hoe het moet en zette dan ook een stevige set neer vol infernale, helse liederen der duisternis. Snelheid omhoog, mondhoeken omlaag en retestrakke Black Metal die door merg en been snijdt. Haal de ontmijningsdienst erbij, want Marduk regenereert decennia oude bommen!

Na een boel geluidsgeweld mag het uiteraard ook iets rustiger worden hier in Dessel. In de Metaldome vind je dan aangename verpozing. Je loopt er zowaar oude bekenden tegen het lijf. Voor de vijfde keer tekent het Zweedse Evergrey present en ze staan hier ongelooflijk op hun plaats. Het iets intimistisch karakter van de dome past zoveel beter bij de puike stevige metal met meerwaarde die deze gasten brengen. We zijn blij dat ze de handschoen opnieuw hebben opgenomen. Na heel wat personeelsproblemen bewijst frontman Tom S Englund dat hij een prima keuze heeft gemaakt om het nog een kans te geven. Niet opgeven dus en dat wordt door een aardig gevulde Metaldome heel hard gewaardeerd.

Elk jaar weer merk je gewoon dat het later op de avond net weer dat tikkeltje drukker wordt. Backstage zijn de meeste interviews voor de dag achter de rug en kunnen ook de journalisten meer naar de bands gaan kijken. De acts op het podium worden ook groter en wie wil er nu niet dat stukje dichter bij een icoon staan. Slash mag zich die titel al jaren toe-eigenen. Zelf blijft hij de eenvoud in hoogst eigenpersoon maar hang hem zijn gitaar rond de nek en hij overstijgt alles en iedereen. Sinds het heengaan, eerder dit jaar, van BB King lijkt het erop dat dit een van de meest iconische gitaarhelden op deze aardbol is. Slash speelt geen gitaar, hij laat ze spreken. Vocaal is hij veel minder begaafd maar dat heeft hij op de meest succulente manier opgelost door Myles Kennedy in te lijven. Mijn god, wat een powerhouse is die Alter Bridgefrontman toch. De weide eet uit hun hand. De andere muzikanten in de band hoeven alleen maar te volgen. Dit is de moderne vorm van wat er vroeger allemaal op de Sun Set Strip in Los Angeles plaats vond. Dit is Rock met een grote R. Dit is klasse, dit is waarom elk jaar weer tienduizenden muziekfans samenkomen hier in de Kempen. Want wees er maar zeker van, hier staan niet alleen metalheads. Dat is net het leuke aan GMM, alles kan, alles mag een iedereen is welkom. ‘Take me down to the paradise city’ wel, hier is the grass green en zelfs de girls ogen pretty (na een paar biertjes). Hoera, GMM is op kruissnelheid. #wezijnhiergeiren

Bij Stray From The Path was het vrij duidelijk dat ze overlapten met Slash: de gemiddelde leeftijd zakte plots naar ongeveer achttien jaar. Deze hardcore band uit New York is zelf nog piepjong maar kregen toch de eer om het Jupilerpodium af te sluiten op vrijdag. Verdiend? En of! Stray From The Path klonk hondsbrutaal en in het publiek leek het alsof sommigen tot waanzin gedreven werden. Er is alvast heel wat stof opgewaaid tijdens dit optreden, letterlijk dan!

Terwijl Slash 'Sweet Child o' Mine ' over de wei liet schallen, startte My Dying Bride voor een driekwart lege Marquee. De eerste twee nummers had gitarist Andrew Craighan bovendien een beetje last van zijn gitaar, waarvan het geluid soms wat wegviel. Het maakte dat het optreden van de doomband ietwat moeizaam op gang kwam, en de nogal kleurrijke lichtshow bij de start hielp niet echt om in je in de deprimerende nummers te zuigen. De belichting werd na een paar nummers trouwens stukken beter, zeker bij dat sfeervolle paars-wit en tijdens snelle passages waarin de witte spots lichtstralen als mitrailleurvuur de zaal in schoten. De groep startte met oudjes 'Your River' en 'The Songless BIrd' van 'Turn Loose the Swans' uit 1993, gevolgd door 'Catherine Blake' van 'Songs of Darkness, Words of Light' uit 2004. En dat was meteen ook het jongste nummer, want 'The Cry of Mankind' and 'She is the Dark' stammen al uit de vorige eeuw. Net als 'Turn Loose the Swans' zelf, dat de band speelde om zijn 25-jarig bestaan te vieren. 'The Thrash of Naked Limbs' en afsluiter 'God is Alone' (met blastbeats!) zijn zelfs al uit het begin van de jaren 90. Om maar te zeggen dat de Britten echt wel een ongebruikelijke set speelden. Of die beter of slechter is dan anders, hangt af van je smaak. Wij hebben My Dying Bride echter al beter gezien, zoals een van de vorige keren dat ze op GMM speelden. Maar toen was de band echt in topvorm en klopte werkelijk alles. Maar vergis je niet: uiteindelijk was ook dit een prima optreden. De band geraakte na een paar nummers echt op dreef, en ook Aaron Stainthorpe bleek bijzonder goed bij stem. De lage passages met zijn gewone stem zaten zowaar toonvast, en zijn grunts klonken nooit beter. Zijn gebruikelijke droge humor had hij ook weer bij, met een onderkoelde mededeling als "hopelijk hebben jullie even veel lol als wij". Het was misschien niet de allerbeste show van My Dying Bride op Graspop, maar zeker opnieuw een memorabele. De afwezigen hadden ongelijk!

Na My Dying Bride pikken we nog een halfuurtje In Flames mee, spijtig genoeg wanneer de echte oudjes als 'Bullet Ride' al voorbij zijn. De sfeer zit er wel goed in. Wanneer Anders Fridén vraagt om heen en weer te zwaaien tijdens 'The Quiet Place' doet het publiek lekker mee, althans vooral voor het rechterpodium. Ook het terrein voor het linkse staat al goed vol, maar dat blijken toch vooral wachtende fans van Kiss. Fridén kan het niet laten hen een beetje te jennen. Zo vraagt hij hen op te letten voor een nummer waarvan de band "alle riffs heeft gepikt van Kiss". "Gene Simmons is after my ass", luidt het. Het blijkt 'Take This Life', "een nummer dat we hebben geschreven in 2,5 minuten terwijl het drie minuten lang is". Speciale humor, die Zweden! Aangezien het stilaan donker wordt, kan In Flames stilaan optimaal gebruikmaken van de lichtshow. De combinatie van veel rook met rood licht is indrukwekkend, en de draaiende witte spots bieden een mooie meerwaarde voor 'Delight And Angers'. 'My Sweet Shadow' sluit de set af, en Fridén neemt nog uitgebreid de tijd om de fans te bedanken. "Ik zeg dit elke avond, maar ik meen het: zonder jullie zijn we niks"! Opvallend: de beste man weet donders goed waar hij speelt en heeft het over 'Dessel', niet over 'Belgium' of zoals Ice-T tijdens het optreden van Body Count over iets 'Dutch'. En hij blijft ook gewoon een fan: "Ik ga de snelste douche van mijn leven nemen en dan Kiss zien", zegt de zanger, die "fucking happy" is om hier te zijn. Respect!

Zo’n 25 jaar geleden lag Samael mee aan de basis van de black metalgolf die de wereld overrompelde. De Zwitsers hadden een eigen aanpak en evolueerden al snel naar de ‘dark metal’, die ze samen met Tiamat en Moonspell aanvoerden. Dé mijlpaal van hun carrière werd ongetwijfeld ‘Ceremony Of Opposites’. Twintig jaar na datum besloot de band er een festivaltournee rond op te zetten, waarbij de songs in een contemporaire versie zouden worden gebracht. Al een dik decennium lang hoorde je heel wat elektronische invloeden in hun songs en dat werd nu ook duidelijk in de nieuwe versie van de klassiekers als ‘Baphomet’s Throne’ of ‘Mask Of The Red Death’. Voor oude fans was het even slikken om deze krakers in een gemoderniseerd jasje te horen, eens te meer omdat ze zo wat veel op elkaar gingen lijken en hun individuele karakter verloren. Maar love it or hate it, de songs op zich stonden nog steeds als een huis en bleken een hele nieuwe generatie fans aan te trekken, gezien de hele Marquee wild tekeer stond te gaan.

Met een stortvloed aan vuurwerk en bommen trok headliner Kiss meteen de kaart van het spektakel. De band trapte af met ‘Detroit Rock City’ en bracht verder waar de tienduizenden fans voor gekomen waren: veel show en een resem hits met ‘War Machine’ en een vuurspuwende Gene Simmons als eerste hoogtepunt. Na de nodige solospots met opnieuw een deze keer bloed spuwende Simmons in de hoofdrol, werkte Kiss naarstig naar een climax toe met ‘God Of Thunder’, ‘Cold Gin’ en ‘Love Gun’. Ook Paul Stanley deed zijn duit in het zakje en nam een vlucht over het publiek om even later de show te stelen vanop een verhoog tussen de joelende menigte. Opvallend: het stemgeluid van Paul is helaas niet meer wat het geweest is. Gene nam een flink deel van de vocale honneurs waar, maar een echte topzanger is de lang getongde bassist nu ook weer niet. Kiss denderde evenwel lustig verder en gaf het enthousiaste leger fans de finale doodsteek met ‘I Was Made For Lovin' You’ en ‘Rock And Roll All Nite’.

Toen de black metal legende Emperor destijds de handdoek in de ring gooide, ging mastermind Ihsahn solo verder. Hij behield zijn roots, maar trok zijn muziek open met elementen uit prog, avantgarde, jazz en noise om tot iets te komen waar hij alles mee kon, maar toch steeds donker zou klinken. Inmiddels heeft de man vijf cd’s uit die excelleren in muzikantschap en ook live scheren hij en zijn begeleidingsband hoge toppen. Tot voor kort waren dat de jongelingen van Leprous, maar nu die het te druk hebben met hun eigen carrière heeft hij nieuwe gasten onder zijn vleugels genomen… die niet minder virtuoos bleken. Als er niet met stroompanne gekampt werd, want wellicht was Ihsahn ‘pechvogel van de dag’. Ihsahn voelde zich er enorm lullig bij, maar het publiek bleef enorm geduldig en dat werd beloond. Niet enkel kregen we prachtsongs als ‘Frozen Lakes On Mars’, maar dook men zelfs even in het Emperor-verleden met onder andere ‘Thus Spake the Nightspirit’. Verder kregen we nog een nummer van hun aanstaande cd, om even later af te sluiten met het omineuze ‘The Grave’. Zo kon de avond toch nog mooi worden afgesloten voor Ihsahn, ondanks de technische tegenslag…

Met Marilyn Manson als laatste headliner bleven de hitparades elkaar ook op het einde van deze eerste Graspopdag opvolgen, tot groot genoegen van de bijna 50.000 toeschouwers. Op naar een uitverkochte zaterdag!

Tekst door Niels Desmedt, Nick Tronckoe, Stef Maes, Geert Struyven, Steven Alen, Wim Vanderhaegen & Lynn Formesyn